collage: Jordi Soler (Fernando Arrabal monogram in cuneiform )
Tweets @arrabalf =
autre arrabalesque …elle errait entre le destin confus et son acceptation
(…she wandered between confused fate and its acceptance
… ella erraba entre el confuso destino y su aceptación )
_________________________
MAL DOLOR
de Fernando Arrabal
…het was 7u.51
op woensdag 10 juli 2013
en we weenden
zij en ik
omgeven door le Tout Paris
en misschien wel le Tout Berlin
en zelfs de duizend ogen van de groep Zero.
in zijn stichterszetel
zat daar Otto Piene
hoog opvlammend
en Delanoë was bedekt
met rosso de magiore
en we weenden
ontroostbaar
zij
die volwassen is
sedert enkele maanden
en ik
die gebukt ga onder de last van jaren
sedert meerdere eeuwen
Daniel Spoerri was onze topograaf
sedert het toeval
alsof hij nog steeds
borden met soep
verzamelde
en Jean Tinguely
danste
op zijn stalen geraamte
bvoor onze fonteinen van Stravinsky
want wij weende voor onszelf
alleen in de wereld
gebogen over de wanhoop
tussen Yves Klein
blauwer dan ooit
en Pol Bury
zwaarder dan zijn bollen
tussen Heinz Mack
met mechanisch projectiescherm
en Ante Glibota
met trillend licht aan zijn scalpel
en iedereen was er
en iedereen keek naar ons
maar wij zagen niemand
hangend aan onze tranen
ja iedereen was mooi
ja iedereen was vrolijk
ja iedereen was rijk
ja iedereen was vrijgevig
ja ioedereen was beroemd
ja iedereen was toegewijd
ja iedereen was modern
en behoorde zelfs tot de avant-garde
maar onze tranen liepen over
wat niemand had verwacht
wij hadden niet gedroomd van rijkdom
wij hadden niet gedroomd van roem
wij hadden gedroomd van ruimte en tijd
even onvoorstelbaar als onmogelijk
want wij dachten
aan geschilderde gedichten
aan beelden vol schoonheid
vol vrijheid
en kennis
en wij weenden
met tranen die mislukt waren
zoals onze mal dolor…
GEVOLGEN
de Fernando Arrabal
…ik dring door tot in haar ziel
en ik dring door tot in begrippen
…ik doorboor haar ingewanden
en ik doorboor iedere oorsprong
…ik waag mij in haar lichaam
en ik ontdek het waagstuk van de gedachte
…ik vind de vervoering uit
en ik vind gedachten uit
…ik geniet van het gevaar van de hartstocht
en ik geniet van de gevaren van de verbeelding
…ik verzink hardnekkig in haar
en ik verzink onverschrokken in bespiegelingen
…ik ontluik in het risico om lief te hebben
en ik ontluik in de gewaagde voornemens die mijn redding zijn
…ik duik in haar afgronden
en ik duik in de schepping
voor alle eeuwen der eeuwen…
Vertaald – Spanje / Fernando Arrabal / Willem M. Roggeman
Paniekgedichten
Samen met de Ier Samuel Beckett en de Roemeen Eugène Ionescu behoorde de Spaanse auteur Fernando Arrabal tot de belangrijkste vormvernieuwers van het theater in de tweede helft van de twintigste eeuw. Tot zijn bekendste toneelstukken beschouwt men “Fando en Lis” en “Het autokerkhof”. Deze stukken werden ook in het Nederlands vertaald en werden in de jaren zeventig opgevoerd door de avant-garde groep Toneel Vandaag onder leiding van Rudi Van Vlaenderen. Ik kon deze voorstellingen bijwonen tijdens de Middagen van het Toneel, die in de Residentieschouwburg in de Wetstraat te Brussel werden gehouden.
In tegenstelling tot het werk van Beckett en Ionescu kan men de toneelstukken van Arrabal niet rekenen tot het absurde toneel. Hij heeft zelf zijn werk bestempeld als “paniektheater”. In 1962 stichtte hij in Parijs de Paniek Beweging, samen met Roland Topor en Alejandro Jodorowsky. Hij schreef toen ook het eerste Paniek Manifest. De term ”paniektheater” heeft hij in een interview als volgt verklaard: “Paniek is afgeleid van de naam van de god Pan en deze naam Pan betekent “alles”. Het belangrijkste kenmerk van paniektheater is de verwarring, die onze realiteit beheerst en die het gevolg is van het toeval en het onverwachte, die ook in ons leven een belangrijke rol spelen.
Fernando Arrabal werd op 11 augustus 1932 geboren in Melilla in Spaans Marokko. Precies op die plek is Franco zijn opstand en veroveringstocht begonnen. De vader van Fernando stond bekend als een linkse sympathisant. Hij werd aangehouden en ter dood veroordeeld. Later werd zijn straf omgezet tot dertig jaar gevangenis en werd hij opgesloten in Burgos. De moeder echter stond aan de kant van Franco en verbood dat er nog over de vader werd gesproken, die zij zelf dood verklaarde. In 1936 verhuisde zij met haar kinderen naar Spanje. Op 28 januari 1942 wist de vader uit de gevangenis te ontsnappen. Hij was in pyjama en er lag een laag sneeuw van één meter. Van de ontsnapte werd nooit meer een spoor gevonden. Waarschijnlijk is hij tijdens zijn vlucht omgekomen.
Fernando Arrabal begon rechten te studeren in Madrid, maar hij gaf zijn studies op en trok naar Parijs. Daar werd hij gerekend tot de tweede lichting van Spaanse bannelingen. Hij zou zich in de Franse hoofdstad volledig toeleggen op de literatuur. In zijn eerste P arijse jaren ging hij veel om met André Breton, maar hij voelde zich geen surrealist en hij verliet al gauw de groep.
Gezien zijn verleden (hij werd zelf ook in Spanje aangehouden, maar weer vrijgelaten.) is het niet verwonderlijk dat de Spaanse burgeroorlog als een rode draad doorheen heel zijn oeuvre loopt. Men kan er ook een verwantschap in herkennen met het werk van de schilder Francisco Goya. Niet alleen speelt de dood een grote rol. Arrabel regisseerde ook een film “Viva la muerte” (de kreet van de republikeinen tijdens de gevechten tegen Franco.) Zijn wereld bestaat uit beulen en slachtoffers, maar onverwachts worden de rollen soms omgekeerd. Vlaamse critici hebben zijn toneelwerk zoals “Het Labyrint” bestempeld als “gruweltoneel”.
In 1967 werd hij in Spanje aangehouden omdat hij in een boek een opdracht had geschreven, die als “blasfemisch” werd beschouwd. Het internationaal protest werd geleid door Samuel Beckett, die een “Brief aan de rechters in Spanje ter verdediging van Arrabal” schreef.
De veelzijdige auteur Fernando Arrabal geniet ontegensprekelijk de grootste bekendheid als toneelschrijver. Maar hij schreef ook enkele interessante romans zoals “Baal Babylon” en “De begrafenis van een sardien”. Hij schrijft in het Spaans, maar vertaalt zijn werk zelf in het Frans, vaak in samenwerking met zijn Franse echtgenote.
Het is pas tijdens mijn ontmoeting met Fernando Arrabal op het internationaal literatuurfestival in Pordenone, Italië, in september 2013 dat ik vernam dat hij ook heel wat poëzie had gepubliceerd. Hij vertelde mij ook vol geestdrift over Hugo Claus, met wie hij zes maanden in de Verenigde Staten heeft doorgebracht in 1959-60, op uitnodiging van de Ford Fondation. Deze stichting had Günther Grass voor Duitsland, Italo Calvino voor Italië, Robert Pinget voor Frankrijk, Hugo Claus voor de Benelux en Arrabal voor Spanje uitgenodigd. “Allen werden later in hun land beschouwd als de grootste levende schrijver, behalve ik in Spanje.”, zegt hij monkelend.
In zijn poëtisch werk komen talrijke erotische verzen voor, zoals o.m. de bundel “Clitoris”, en deze gedichten zijn zeker niet vrij te pleiten van een drang om de brave lezer uit te dagen. In zijn poëzie gebruikt hij vaak een provocerende, zelfs obscene taal. Maar ook voor de beeldende kunsten heeft hij grote belangstelling. Sommige dichtbundels zijn dan ook geïllustreerd door bekende kunstenaars als Pablo Picasso, Salvador Dali, René Magritte en Roland Topor.
De hierna volgende gedichten zijn afkomstig uit de bundel “Pierre de la Folie”.